Inleiding
In het Spaans zijn er bepaalde lidwoorden die aangeven of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is, en of het enkelvoud of meervoud is. Deze lidwoorden zijn “El”, “Los”, “La” en “Las”.
Mannelijke lidwoorden
- El: Wordt gebruikt voor mannelijke zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud.
- Voorbeeld: El libro (het boek)
- Los: Wordt gebruikt voor mannelijke zelfstandige naamwoorden in het meervoud.
- Voorbeeld: Los libros (de boeken)
Vrouwelijke lidwoorden
- La: Wordt gebruikt voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud.
- Voorbeeld: La casa (het huis)
- Las: Wordt gebruikt voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden in het meervoud.
- Voorbeeld: Las casas (de huizen)
Oefeningen
- Vul de juiste lidwoorden in:
- ___ gato (de kat)
- ___ gatos (de katten)
- ___ mesa (de tafel)
- ___ mesas (de tafels)
- Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans:
- Het boek is op de tafel.
- De huizen zijn groot.
- De katten slapen.
Antwoorden
- Vul de juiste lidwoorden in:
- El gato
- Los gatos
- La mesa
- Las mesas
- Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans:
- El libro está en la mesa.
- Las casas son grandes.
- Los gatos duermen.